Door Wietse Ratsma.
Hij is de houder van een zeer eigenaardig record. In het jaar 2000 verloor hij herverkiezing voor de Amerikaanse senaat aan een dode man, Mel Carnahan, die voor de verkiezingen overleed, alhoewel zijn naam al op het stembiljet stond. Nog eigenaardiger is het feit dat deze verloren verkiezing hem uiteindelijk kandidaat maakte voor één van de machtigste posities in de regering van George W. Bush.
De man waar we het over hebben is de minister van Justitie van de Verenigde Staten, John Ashcroft.
Van het begin af aan was hij een controversiële kandidaat voor deze baan. Een streng religieuze, rechts-conservatieve persoon. Ashcroft wordt door velen beschouwd als een extremist, tegen rechten voor homoseksuelen, vijandig tegenover minderheden en vrouwenkwesties, vóór de doodstraf, tégen regulatie van vuurwapens, enz.
Sinds 26 oktober 2001 is deze man verantwoordelijk voor toepassing van de 'Patriotwet' in de Verenigde Staten, de wet die de strengste restricties heeft gezet op de vrijheden van de Amerikaanse bevolking. Een wet die hem alleen zoveel beslissende macht geeft die zijn gelijke vindt in het voormalige nazi-Duitsland. Naar zijn wil kan je worden bestempeld als een binnen- en/of buitenlandse terrorist, kan je gevangen gezet worden voor onbepaalde tijd zonder toegang tot juridische hulp of enig ander contact. Je mag bespioneerd worden, telefonisch afgeluisterd, zonder dat je het weet mag je huis worden binnengevallen tijdens je afwezigheid, je computerdata mag in beslag genomen worden en zelfs de boeken die je van de bibliotheek leest mogen gecontroleerd worden.
De federale geheime politie en inlichtingendienst van de Verenigde Staten van Amerika (FBI) heeft nu legitiem toegang tot al je documenten, medische data, bankgegevens en allerlei persoonlijke informatie, ook al wordt je nergens van beschuldigd en je niet te boek staat als verdachte die zich ook maar aan enig misdaad heeft schuldig gemaakt.
Ik zal even Adolf Hitler citeren uit een toespraak die hij in 1933 maakte om een 'Machtigingswet' te rechtvaardigen:
"Beperkingen aan persoonlijke vrijheden, over het recht van vrije meningsuiting, inclusief de persvrijheid; over het recht van vergaderingen en verenigingen; en overtredingen van de geheimhouding van post, telefoon en telegrafische communicatie en machtigingen voor huisonderzoek, orders voor confiscaties zowel als beperkingen van eigendom, zijn ook toelaatbaar buiten de legale limieten anderzijds beschreven".[1]
De 'Patriotwet' voorziet in veelal hetzelfde soort van restricties van individuele vrijheden zoals uitgevoerd door Adolf Hitler. Hitler's 'Machtigingswet' werd ook gelegitimeerd voor "de bescherming van de bevolking en de Staat", na de catastrofale 'Reichstagbrand', geënsceneerd door de nazi's. Ik wil hiermee niet suggereren dat John Ashcroft de gelijkenis is van Adolf Hitler. Maar, om zoveel macht en autoriteit te geven aan één persoon, om hem toe te staan zowel de constitutionele rechten van de Amerikaanse bevolking te vertrappen als die van het gevangen houden van buitenlanders, dan begeeft men zich op een zeer gladde weg die zijn rampzalige precedent heeft in nazi-Duitsland. De huidige oorlogshysterie van de Bush-administratie, zijn eisen voor onbeperkte vrijheid van handelen om oorlog te voeren tegen wie dan ook, gekoppeld aan de 'Patriotwet' heeft een beangstigende gelijkenis aan vroegere tijden die uiteindelijk leidden tot de Tweede Wereldoorlog.
De bezorgdheden die hierboven beschreven zijn, zijn zeer juist uitgedrukt door Doreen Miller[2] lectrice voor internationale studenten, in haar enigszins aangepaste versie van de beroemde preek van dominee Martin Niemuller:
Ze kwamen om de "verdachte terroristen", en ik deed niets-
Want ik was geen "verdachte terrorist";
Ze kwamen om degenen van Midden-Oosterse afkomst, en ik deed niets-
Want ik was niet van Midden-Oosterse afkomst;
Ze kwamen om de onvaderlandslievenden, en ik deed niets-
Want ik was niet onvaderlandslievend;
Ze kwamen om de andersdenkenden en activisten, en ik deed niets-
Want ik was geen andersdenkende of activist;
Ze kwamen om de communisten, en ik deed niets-
Want ik was geen communist;
Ze kwamen om de socialisten, en ik deed niets-
Want ik was geen socialist;
Ze kwamen om de vakbondsleiders, en ik deed niets-
Want ik was geen vakbondsleider;
Ze kwamen om de joden, en ik deed niets-
Want ik was geen jood;
Toen kwamen ze om mij-
En er was niemand meer om te protesteren.
Noten:
[1] Citaat uit "Perpetual War for Perpetual
Peace", pagina 19, door Gore Vidal.
[2] Doreen Miller; http://www.YellowTimes.org
Click here to return to NSC index of other languages.